Leven na beroerte
Een aantal dagen nadat ik opgenomen werd in het ziekenhuis, kwam ik bij in een donker geïsoleerde ruimte. Ik draaide mijn hoofd naar links en vervolgens naar rechts. Bij het zien van de apparaten realiseerde ik mij dat ik in een ziekenhuis lag. Er liep een arts binnen en stelde controle vragen. Of ik wist hoe ik heette en welke datum het was. Vervolgens raakte hij mijn teen aan en vroeg of ik het voelde. Ja, antwoordde ik en hij liep weg, zonder er wat bij toe te voegen. Tranen van blijdschap en opluchting vloeiden er over mijn wang. Want ondanks het feit dat ik nog niet wist wat er aan de hand was, wist ik intuïtief dat het goed zou komen.
De eerste paar dagen viel ik vaak weg en was niet vaak bij. Op de dag dat ik helemaal bijkwam, kreeg ik bezoek van de Neuroloog en een aantal artsen in opleiding. Mij is verteld dat ik een hersenbloeding had gehad. Het was nog te vroeg om te weten wat de gevolgen zouden zijn. Ik voelde er niet veel bij. Niet dat het mij koud liet, maar om de een of andere reden vond ik het helemaal niet erg. Wel was ik erg nieuwsgierig, het stormde in mijn hoofd. Er gingen tig vragen door mij heen op dat moment:
- Wat doe ik hier?
- Wat is er eigenlijk gebeurd?
- Hoezo lig ik in het donker?
- En waarom schijnt er iemand continu met een lichtje in mijn ogen?
- Wie zijn die mensen die continu om mijn bed heen staan?
- Waarom voel ik mijn benen niet?
- Hoe komt het dat mijn arm zo zwaar aanvoelt?
- En waarom is er zoveel geluid?
- Waarvandaan komt de hoofdpijn?
- Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
- Had het voorkomen kunnen worden?
- Had mijn lichaam mij al signalen afgegeven?
- Hoe ernstig is het?
- Wat zijn de gevolgen?
- Wat kan ik nog?
- Had stress ermee te maken?
- Is het een erfelijke aandoening?
- Bestaat de kans dat het zich opnieuw voordoet?
- Wat is de schade aan mijn lichaam?
- Wat moet ik doen nadat ik ontslagen ben uit het ziekenhuis?
- Word ik weer beter?
- Hoe moet het vanaf nu verder gaan?
- Moet ik nu al mijn tentamens herkansen?
Op al deze vragen hadden de artsen nog geen duidelijk antwoord. Het enige wat mij was gezegd:
‘’Mevrouw, u heeft geluk gehad dat u het kon navertellen”.
Mijn reactie:
‘’Geluk? Geluk zou zijn als ik de loterij zou hebben gewonnen. Niet als je zoiets meemaakt. En waarom schreeuwt iedereen?’’
Nu jaren later, heb ik op de meeste vragen een antwoord. Maar tussen dat moment en nu zijn er evenveel vragen bijgekomen als beantwoord. Maar hoe dan ook, het leven gaat door.